U heeft er vast al eens van gehoord: klasseverschillen in autoclaven.
Maar wat houdt die klasse indeling van autoclaven nu precies in?

U leest er hier alles over.

Er zijn 3 klassen autoclaven:

• De B klasse (de hoogste klasse)
• De S klasse
• De N klasse (de laagste klasse)

Een bepaald type autoclaaf kan een combinatie van B, S en N klasse processen uitvoeren.

De B klasse
De B is de hoogste klasse. De B staat voor Big, dat wil zeggen geschikt voor een grote (Big) range aan toepassingen. Een B klasse autoclaaf heeft een gefractioneerd voor-vacuüm en na-vacuüm droogprogramma waardoor dit type autoclaaf geschikt is om alles in te steriliseren, ook moeilijke holle, (on)verpakte instrumenten (liposuctie naalden, Helix test).

Voorbeelden van B klasse autoclaven: Phoenix Blu 12/ Phoenix Blu 18 / Phoenix Blu 22 en Phoenix Blu 24.

De S klasse
De S is de middelste klasse. De S staat voor Special, dat wil zeggen dat de fabrikant aangeeft waar het S klasse proces voor geschikt is. Dit type autoclaaf kan verpakte massieve instrumenten (verpakte scharen, pincetten, tangen etc.) steriliseren.

Er zijn enkele fabrikanten die ook een Vacuüm S klasse (VS) proces hebben waarmee voorverpakte eenvoudige holle instrumenten gesteriliseerd kunnen worden.

Voorbeelden van S klasse autoclaven: Melag 23S/VS

De N klasse
De N staat voor Naked (Non-wrapped). Dit type autoclaaf is alleen geschikt voor onverpakte massieve instrumenten (scharen, pincetten, tangen etc.).

Voorbeelden van N klasse autoclaven: Melag 15EN+

Wat is de NEN-EN 13060 norm?
In juli 2004 is de Europese Norm EN 13060 voor tafelmodel stoomautoclaven gepubliceerd en kort daarna overgenomen als de Nederlandse Norm NEN-EN 13060. Een bepaald type autoclaaf kan een combinatie van B, S en N klasse processen uitvoeren.

Ziekenhuis autoclaven vallen buiten de norm EN 13060 voor tafel modellen en hebben hun eigen Europese normering, de EN 285 speciaal voor ziekenhuis autoclaven.